De mist van de eerste periode met constant voeden, luiers verschonen en (hopelijk) wat slaap begint op te trekken, en je hebt het gevoel dat je het ouderschap eindelijk een beetje onder de knie krijgt. Dan, rond de 4 maanden, verandert er ineens weer van alles. Ineens wordt die baby die langere tijd sliep weer vaker wakker. Borstvoedingen worden korter en meer onderbroken door afleiding. Je kunt het gevoel krijgen dat je vastloopt en alles wat je dacht te weten in twijfel trekken.
Deze periode wordt vaak de 4-maanden "crisis" genoemd of, nauwkeuriger, de 4-maanden slaap en voeding regressie. Maar het is belangrijk te beseffen dat er helemaal geen sprake is van een terugval, maar van een belangrijke ontwikkelingssprong. Je baby verandert, groeit en wordt zich bewuster van de wereld, wat invloed heeft op slapen, voeding en gedrag.
Wat gebeurt er met je baby?
Rond deze periode vinden er verschillende belangrijke veranderingen plaats in de ontwikkeling van je baby. Pasgeborenen hebben twee slaapfasen: actieve slaap (vergelijkbaar met REM) en rustige slaap. Rond de 4 maanden wordt hun slaapcyclus volwassen en lijkt deze meer op die van een volwassene, met vier verschillende fasen. Dit betekent dat ze vaker door lichtere slaapfasen gaan, waardoor ze gevoeliger zijn om wakker te worden. Hoewel dit een teken is van een gezonde ontwikkeling, kan het zwaar zijn voor vermoeide ouders! Het zicht van je baby is aanzienlijk verbeterd en hij of zij wordt zich steeds bewuster van de omgeving. De wereld is ineens een fascinerende plek vol met dingen om te zien, te horen en te ontdekken. Door deze toegenomen alertheid kan je baby sneller afgeleid raken tijdens bijvoorbeeld het voeden aan de borst. Naarmate baby's groeien, worden ze efficiënter in het drinken. Ze kunnen in kortere tijd meer melk binnenkrijgen. Die lange, ontspannen voedingsmomenten kunnen dus vanzelf korter en doelgerichter worden. Daarnaast kan je baby door die nieuwe alertheid ook sneller zijn afgeleid door de omgeving, waardoor de voedingen korter en vaker worden. Het is ook normaal dat de snelle gewichtstoename rond deze tijd begint af te nemen. Je baby groeit nog steeds, maar het groeitempo is niet meer zo spectaculair als in de eerste maanden. Dit is een normaal onderdeel van de ontwikkeling en meestal geen reden tot zorg, zolang je baby gestaag blijft groeien en op de groeicurve blijft.
Wat moeders kunnen ervaren
Deze veranderingen bij je baby kunnen leiden tot allerlei ervaringen voor moeders. De meest voorkomende klacht is een plotseling toegenomen aantal nachtelijke ontwakingen. Je baby, die misschien langere tijd doorsliep, wordt nu vaker wakker en heeft moeite om weer in slaap te vallen. Borstvoedingsmomenten kunnen korter, frequenter en sneller onderbroken zijn. Je baby kan loslaten om rond te kijken, aan de borst trekken, of meer geïnteresseerd lijken in alles behalve het voeden zelf. De combinatie van meer nachtelijke ontwakingen en afgeleide voedingen kan moeders gefrustreerd, uitgeput en overweldigd achterlaten. Je kunt gaan twijfelen of je wel aan de behoeften van je baby voldoet of je opvoedkwaliteiten in twijfel trekken. Kortere, meer afgeleide voedingen kunnen moeders soms laten twijfelen aan hun melkproductie. Het is belangrijk te onthouden dat vaak voeden normaal is, en zolang je baby goed groeit en voldoende natte luiers heeft, is je melkproductie waarschijnlijk voldoende.
Wat kun je doen?
Hoewel deze periode uitdagend kan zijn, zijn er strategieën die u kunt gebruiken om zowel uw baby als uzelf te ondersteunen.
Voor afgeleid voeden:
Voed je baby in een rustige, zacht verlichte kamer om afleiding te minimaliseren. Probeer een kalme sfeer te creëren; witte ruis kan daarbij helpen. Sommige baby's drinken beter met zachte beweging. Probeer te voeden terwijl je op een schommelstoel zit, op een fitnessbal, of terwijl je je baby in een draagzak draagt. Bied de borst aan als je baby slaperig is of net wakker wordt. Dit kan hen helpen zich te concentreren op het voeden voordat ze volledig wakker en afgeleid zijn. Je kunt ook dream feeding proberen, waarbij je je slapende baby voorzichtig oppakt om te voeden zonder hem of haar helemaal wakker te maken. Als je baby moeite heeft om in slaap te vallen, kun je voeding aanbieden om hem of haar te helpen indommelen. Een voedingsketting kan je baby iets geven om zich op te focussen en mee te spelen tijdens het voeden, wat afleiding kan verminderen. In plaats van te proberen de voeding langer te maken, kun je je richten op meer voedingen verspreid over de dag.
Voor slapen:
Een voorspelbare routine kan je baby helpen herkennen dat het tijd is om te slapen. Dit kan een warm bad zijn, een zachte massage, een boekje lezen en een slaapliedje zingen. In plaats van te proberen je baby zelfstandig te laten inslapen, kun je co-regulatie toepassen. Dit betekent dat je je baby geleidelijk helpt tot rust te komen met jouw aanwezigheid, stem en zachte aanraking. Begin bijvoorbeeld met je baby dicht bij je te houden, zachtjes te praten en rustig te wiegen. Indien nodig kun je ook schommelen toevoegen.
Een woord van geruststelling
Het is belangrijk om te onthouden dat dit een normale ontwikkelingsfase is. Het kan aanvoelen als een crisis, maar uw baby gaat niet achteruit. Ze leren, groeien en worden zich meer bewust van de wereld. Deze periode gaat voorbij en het slaap- en voedingspatroon van uw baby zal waarschijnlijk weer in een nieuw ritme komen. Wees geduldig met uzelf en uw baby. Zoek steun bij uw partner, familie, vrienden of een steungroep. Als u zich zorgen maakt over de gewichtstoename of ontwikkeling van uw baby, neem dan contact op met uw kinderarts of een lactatiekundige. U doet het geweldig, en u en uw baby komen hier samen doorheen!
